Dit is toch wel een hoofdthema in de imkerij. We weten allemaal dat het afkomen van zwermen opbrengstverlies betekent. Het laten afkomen van natuurzwermen is vandaag de dag nauwelijks een serieuze mogelijkheid meer. Wie kan het zich al veroorloven om soms wekenlang hele dagen op de bijenstand door te brengen in afwachting van het afkomen van de zwerm? En als de zwerm in de natuur ontsnapt zal deze naar alle waarschijnlijkheid de eerste winter niet overleven. Helemaal niet diervriendelijk, dus.
Doppen breken
In de loop der jaren heb ik veel zwermverhinderingsmethoden zelf uitgeprobeerd. Het door Liebig en Aumeier gepropageerde doppen breken is nog niet zo eenvoudig. Als je er één over het hoofd ziet ‘hangt de zwerm in de boom’. Zoals Guido Eich het zegt: “Der Imker bricht bis er bricht“. Mijn ervaring -maar ik imker met een tamelijk zwermlustige bij- is dat je soms wekenlang aan het doppen breken blijft, en dat één keer per week. En misschien is het zo dat de zwermstemming gedurende al deze tijd de haaldrift van het volk nadelig beïnvloedt.
Afleggers
Het maken van afleggers, broed- dan wel koninginnenafleggers (oftewel ‘vegers’) wordt veel gedaan. Maar omdat er veel bijen en broed voor gebruikt worden, gaat het wel wat ten koste van de kracht van het volk, en dus van de honingopbrengst.
Een andere manier van zwermbeheersing is het maken van tussenafleggers, waarbij het volk tijdelijk in 2 delen gesplitst wordt, één deel met de oude koningin en de jonge werksters (de huisbijen) en één deel met de haalbijen en één raam met open broed. Zie de link. De methode is goed uitvoerbaar, maar ietwat bewerkelijk en kost uiteindelijk ook wel wat honing. Het tijdelijk scheiden van broed en haalbijen leidt tot een situatie waarin in beide volksdelen een tijd lang wanorde heerst. De haalbijen, nu zonder koningin, moeten in allerijl een nieuwe koningin opkweken. De huisbijen, met de oude koningin, zitten in eerste instantie zonder wachtbijen en moeten ineens snel tot haalbijen promoveren. Als we de 2 volksdelen later weer bij elkaar voegen, wat toch het wezen van de tussenaflegger is, bestaat nog steeds het risico van het opnieuw opkomen van de zwermstemming.
Aftappen
Uiteindelijk is het met regelmatige tussenpozen wegnemen van wat bijen en broed in de lente en voorzomer toch wel een heel goede methode om de volken in de ‘opwaartse stemming’ te houden. Het wegnemen van telkens één of hooguit twee ramen met zoveel mogelijk gedekseld broed en de opzittende bijen begint zo ongeveer wanneer de kersen bloeien. Het gaat door tot minstens eind juni, eens per twee à drie weken. De broedramen kunnen gebruikt worden voor het maken van kleine afleggers of, als er genoeg volken zijn om af te tappen, voor het maken van een ‘verzamelbroedaflegger’, die gebruikt kan worden in de koninginnenteelt.
2 x 9 = Golz
Een methode die voor mij goed werkt is de ‘2×9’ methode ontwikkeld door Wolfgang Golz. Hiermee wordt tegelijkertijd ook de koningin vernieuwd. De oude koningin wordt weggenomen, waarmee ieder risico op zwermstemming verdwijnt. Door het twee maal doppen snijden, het wezen van de methode, komt er een jonge koningin in het volk in een periode dat de volken het zwermen voor de rest van het jaar opgeven. Zie de link.